Niet alleen
.png)
‘Ik begrijp het niet’, zegt ze. Haar ogen zoeken de mijne, maar wenden zich even snel weer af wanneer ik haar blik vang. ‘Hij was altijd zo lief’, gaat ze verder, ‘en nu is hij zo anders… alsof er iets in hem zit dat elk moment kan losbarsten. Soms herken ik hem niet meer. Soms… ben ik bang.’
‘Dat is de dementie,’ zeg ik onomwonden, beseffend dat ik het al een vijftal keer gezegd heb. ‘Echt,’ vraagt ze, ‘denk je dat?’ Een glimp van verlichting glijdt over haar gezicht. Er is een verklaring voor zijn gedrag. Ze weet het, maar kan het tegelijk niet vatten. Ook bij haar ontsnapt nieuwe informatie als zand door haar vingers. ‘Ik ga hem terug mee naar huis nemen,’ zegt ze met een verdachte vastberadenheid, terwijl ze vertwijfeld in mijn ogen kijkt. Ik laat een stilte vallen, bewust en afgewogen. ‘Nee, dat kan niet’, besluit ze enkele tellen later resoluut, maar ditmaal zie ik wanhoop in haar blik. ‘Ik denk dat dat inderdaad niet meer realistisch is’, antwoord ik rustig en beheerst, me ten volle bewust van mijn verantwoordelijkheid. Ze is helemaal stuurloos, ik ben nu haar anker.
'Je moet ook voor jezelf zorgen’, zeg ik zacht. Ze wendt haar blik weer af. ‘Het is belangrijk dat je jezelf niet uit het oog verliest. Jij bent ook belangrijk’, herhaal ik, mijn woorden kracht bijzettend. ‘Ik zou het met mijn dochter moeten bespreken,’ oppert ze plots opvallend nuchter, ‘maar ach, die heeft het zo druk met de kinderen en haar job.’ Weer een stilte. Mijn ogen vinden opnieuw de hare en ik draai me nog iets meer naar haar toe. ‘Je hoeft dit echt niet alleen te dragen.’ Die woorden lijken iets te raken. De groeven in haar gezicht vlakken af, haar blik wordt zachter. Opluchting. ‘Je dochter zal het goed vinden dat je dit met haar bespreekt. Grote beslissingen hoef je niet alleen te maken’, zeg ik, mijn stem laag en geruststellend. Ze legt haar hand op mijn arm. ‘Dank je’ zegt ze kort en warm. Wanneer ze weer buiten wandelt, zie ik dat ze haar schouders weer iets hoger draagt dan toen ze binnenkwam.
Enkele dagen later zie ik haar opnieuw. ‘Mijn dochter vindt dat hij niet naar huis kan komen’, zegt ze. En terwijl de zwaarte van haar woorden haar duidelijk treft, zie ik tegelijk iets van berusting. Alsof het niet langer alleen háár beslissing hoeft te zijn. Ze krijgt weer ademruimte en dat doet haar zichtbaar goed. Toch knaagt er iets. Ik voel het en zie hoe ook in haar ogen de twijfel flikkert. ‘Waar ging ik nu weer naartoe?’ vraagt ze zich luidop af. ‘Ach, ik… weet het weer.’ zegt ze, maar de aarzeling in haar stem verraadt dat dat niet zo is. Haar zinnen lopen soms vast in stiltes die vroeger niet vielen. Ook háár fundament begint te verschuiven. Is het de uitputting, de stress, het voortdurend schakelen tussen heden en verleden?
Ze kijkt me aan, iets langer dan gewoonlijk. ‘Ik weet niet meer of ik het allemaal nog kan volgen’, fluistert ze zacht. En in die woorden zit een onnoemelijke angst - niet alleen om hem te verliezen, maar ook zichzelf.
© Eva Van der Linden
---------------
Eva Van der Linden, & Tim Carpentier (2025). Dementie dichtbij. Graviant.
Reacties
Een reactie posten